’Onder druk wordt alles vloeibaar.’ Het is in de politiek een gevleugeld woord. In crisissituaties kunnen jarenlang opgebouwde tegenstellingen opeens plaatsmaken voor eensgezindheid om samen oplossingen te vinden. Meerdere geïnterviewden zien in dit boek de pandemie ook als een kans. In de donkerste dagen van de Tweede Wereldoorlog zei de Britse premier Winston Churchill al: ’Never let a good crisis go to waste.’ Dit devies is nog net zo actueel als zestig jaar geleden.’
Drs. Aarnoud Overkamp was was voorzitter van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen tot juli 2021 en zat in het bestuur vanaf 2014. Hij werkt sinds 1994 in de geneesmiddelenbranche. Aarnoud is algemeen directeur van Takeda Nederland. Hij was jarenlang voorzitter van de adviesraad van het Domein Applied Science en is commissaris bij Farminform. Hij studeerde Beleid en Beheer voor de Gezondheidszorg in Maastricht.
‘We moeten toe naar een huwelijk van publiek-privaat vertrouwen’
‘Zo’n anderhalf jaar geleden, op 27 december 2019, kwam de eerste publieke melding van een ziekenhuis in de Chinese stad Wuhan over besmettingen met een virus dat op een variant van SARS leek, mogelijk verspreid onder bezoekers van een markt waar vis en levende dieren werden verkocht. We herinneren ons allemaal nog het iconische beeld van een vleermuis in een grote soepkom.
Nog geen maand later kwamen de eerste berichten over besmettingen in Itali . Daarna ging het snel. Beelden van wanhopige dokters op de IC’s en files bij de begraafplaatsen gingen de hele wereld over. In allerijl werd gestart met onderzoek naar mogelijke vaccins en geneesmiddelen voor dit vernietigende virus.
Ruim een jaar later zijn er wereldwijd 3,7 miljoen doden begraven die overleden aan de gevolgen van het virus en 173 miljoen besmettingen geteld; het werkelijke aantal is ongetwijfeld een veelvoud. Nederland behoort binnen Europa tot de middenmoot met 1,7 miljoen besmettingen en zo’n 18.000 doden. Voor het eerst sinds decennia is de levensverwachting in Europa gedaald, in ons land met een half jaar, als gevolg van de pandemie. Deskundigen verwachten dat zich dat de komende jaren snel zal herstellen, maar de pandemie zal een blijvend litteken achterlaten in de demografische statistieken.
De impact gaat natuurlijk veel verder dan de gezondheidsschade voor pati nten (en hun nabije omgeving). De directe kosten voor coronazorg in ons land zullen boven de vijf miljard uitkomen. Daar staat tegenover dat er minder aan reguliere zorg is uitgegeven, omdat deze grotendeels tot stilstand kwam. Die rekening komt nog. De economische schade valt misschien nog enigszins te becijferen maar de gevolgen van uitgestelde zorg nog nauwelijks.’
‘Maar de pandemie zette ook andere -al langer bestaande knelpunten- nog prominenter in de schijnwerpers. Zo werd de coronacrisis door dreigende tekorten ook bijna een medicijncrisis. Geneesmiddelenproductie is door de lage prijzen en lage vergoedingen vrijwel volledig naar China en India verplaatst. Wat was er gebeurd met de kennis en kunde op het gebied van de bestrijding van virussen in eigen land?
Ook de gevolgen van het jarenlange Nederlandse budgetdenken werden in 1 klap pijnlijk duidelijk. Menigeen herinnert zich nog wel de ziekenhuizen die vanaf november de deuren sloten voor bepaalde patiënten omdat het budget simpelweg op was. Vaak ging de kritiek richting innovatieve geneesmiddelen, terwijl de echte oorzaak vaak onbenoemd bleef: door vergrijzing is de vraag naar zorg sterk gestegen. Daarvoor is geen ruimte in de budgetten, waarin vaak een nulgroei is afgesproken. Terwijl er steeds meer behandelopties bij komen en het aantal patiënten dat behandeld moet worden blijft groeien.
De komst van nieuwe geneesmiddelen werd niet meegenomen in de ramingen. Alhoewel de uitgaven aan geneesmiddelen sinds jaar en dag vrijwel constant blijven, tussen de zeven en acht procent van het totale zorgbudget, haalden bewindspersonen, Kamerleden en andere opinieleiders steeds vaker uit naar geneesmiddelenmakers als veroorzaker van de kostengroei. Daarom zagen we in de afgelopen jaren bij de politiek en de overheid een groeiende behoefte om de toegang tot nieuwe geneesmiddelen terug te duwen, door financiële instrumenten in te zetten om de uitgaven aan de zorg te remmen. De focus lag uitsluitend op de kosten van de zorg, niet de opbrengsten. Daardoor kwam het zwartepieten op tafel.’
‘De gevolgen van dit beleid worden steeds duidelijker. Nederland gaat vaker de boot missen als nieuwe geneesmiddelen in beeld komen. In 2019 konden Nederlandse patiënten nog slechts gebruik maken van tweederde van de medicijnen die wereldwijd beschikbaar zijn. Een derde komt gewoonweg niet meer beschikbaar.
Procedures voor nieuwe geneesmiddelen duren te lang, zijn te ingewikkeld. Ook zitten patiënten in ons land nu soms jarenlang in de wachtkamer, omdat geneesmiddelen geparkeerd staan in de ‘sluis’, een drukmiddel van de overheid om producenten te ‘dwingen’ om voor een lagere prijs te leveren. Natuurlijk kunnen we iedere euro maar 1 keer uitgeven. Maar we kunnen er niet omheen dat er nieuwe geneesmiddelen komen die spectaculaire resultaten geven. Zorgeconoom Xander Koolman zegt hierover ‘De vraag is hoe en waar je iedere euro het beste besteedt. Ik denk dat als nieuwe technologieën, zoals gentherapieën, veel extra waarde toevoegen, we steeds meer van ons nationaal inkomen vrijmaken voor deze nieuwe behandelingen. Dan krijg je verdringing. Ik zie dat niet als een negatieve ontwikkeling, maar als teken van vooruitgang.’ Een ander nadeel van de vele afgemeten budgetten in de zorg is dat het verandering in de weg staat. De lange termijn gevolgen van medicijnen die een ziekte echt genezen is dat ze andere zorg overbodig kunnen maken. Dat raakt ook het verdienmodel van de zorgprofessional of het ziekenhuis. Ontschotting en een holistische kijk is dus belangrijk.
Toch is er ook veel goed nieuws. Er was en is grote behoefte aan nieuwe geneesmiddelen voor ziektes waarvan we de wedstrijd nog steeds verliezen. Vaak gaat het hierbij om kleine patiëntenpopulaties. Met speciale internationale wetgeving (‘Orphan Drug Act’) wilde de Europese en Amerikaanse overheid farmaceutische bedrijven stimuleren om ook voor kleine en ernstige aandoeningen een oplossing te vinden. Het model dat daarmee ontstond, onder meer door patenten te verlengen, bleek zeer succesvol. Duizenden nieuwe therapieën komen aanstonds hopelijk naar de markt. Vaak geweldig nieuws voor patiënten met zeldzame ziekten, waar tot nu toe nog geen oplossing voor is.
Maar de regeling kreeg steeds meer kritiek van dezelfde politici die deze hadden ontworpen. In plaats van te onderzoeken hoe we meer gezondheid of kwaliteit van leven binnen de gestelde budgetten krijgen, ging het debat vaak over kosten en winsten.
Zo werd de sector onderdeel van het probleem en niet van de oplossing. ‘Het vergrootglas werd steeds groter, het debat grimmiger. Dat is het eerst wat mij te binnen schiet, als ik terug kijk naar de afgelopen zeven jaar’, zegt oud-voorzitter Paul Korte van onze branchevereniging over die tijd in deze uitgave.
Overigens was dat ook een typisch Nederlands fenomeen. Nergens anders werd het debat zo fel gevoerd. De geneesmiddelensector zat klem in deze discussie. Een duidelijke lange termijn visie op de geneesmiddelenzorg ontbrak. Zo’n visie is belangrijk voor de meer fundamentelere discussie over de transitie die gaande is.
En belangrijk in een sector waarbij soms de tijdshorizon erg kort is. Veel budgetten en zorgpolissen worden per jaar afgesproken. Terwijl de blik van geneesmiddelenmakers vaak 10 tot 20 jaar vooruit gaat. Dat schuurt. ‘Er is nu geen lange termijn beleid, geen grondige analyse. We houden elkaar gevangen in wantrouwen en dat levert niets op, ‘aldus Adam Cohen in deze publicatie.’
‘Direct na het ontstaan van COVID-19 werden in honderden laboratoria samen met wetenschappers koortsachtig naar een oplossing gezocht. Wanneer we over enkele jaren met enige afstand terugkijken, zal misschien vooral ontzag overblijven voor de enorme snelheid waarmee er effectieve vaccins ontwikkeld werden en beschikbaar kwamen. Trage en bureaucratische procedures, waardoor het ontwikkelen en op de markt krijgen van een nieuw geneesmiddel tot voor kort al snel tien jaar duurt, kregen een sneltreinvaart. Blokkades verdwenen. Door onconventioneel denken en kijken wat er nodig was, bleken we onverwacht grote stappen te kunnen maken. Door samenwerking, vertrouwen en transparantie is het daardoor gelukt om een antwoord te vinden op de grootste (gezond)heidscrisis die ons land sinds de Tweede Wereldoorlog heeft getroffen. Als nooit tevoren toonden farmaceutische bedrijven hun maatschappelijke relevantie. De erkenning van deze relevantie komt terug in diverse interviews in deze publicatie; ‘We zagen een kentering waarin het bestaansrecht, de license to operate van deze sector meer dan ooit duidelijk werd,’ aldus Cees van Riel in deze publicatie. En ‘Deze tijd heeft laten zien hoe belangrijk het is dat er een sector is die de bewegingsruimte en de middelen heeft om snel te acteren. Laat zien dat je relevant bent,’ aldus André Rouvoet.’
‘Bij de maatschappelijke opdracht die wij als geneesmiddelenbedrijven hebben, hoort open en duidelijke communicatie. We herkennen en begrijpen dat openheid de basis voor vertrouwen is. Transparantie is een kernwaarde van onze bedrijven, binnen de beperkingen die er óók zijn. Daarom zetten we in op meer openheid. Dat doen we in publieksdebatten, maatschappelijke jaarverslagen en bijeenkomsten waar we in gesprek gaan met politiek en andere stakeholders. Door de objectieve feiten en data helder te krijgen en met andere partijen niet langer te steggelen over de cijfers. Door verhalen over de passie van onze medewerkers en ervaringen van patiënten. ‘De benadering die me erg aanspreekt en die ik nu terugvind binnen de sector zijn verhalen van patiënten en van mantelzorgers in de buurt van die patiënten,’ aldus Cees van Riel over de sector in deze uitgave. En door in gesprek te gaan over het zorglandschap van de toekomst, over een medicijnpact.
‘Als je praat vanuit de context van waaruit je werkt, ontstaat er ook meer wederzijds begrip en vertrouwen. Gelukkig is deze dialoog er wel’, zegt Esme Lighaam namens de jongerentak van de VIG. We willen bovendien meer zijn dan de pillenkast van Nederland en werken daarom mee aan duurzaamheidsprogramma’s en initiatieven op het gebied van zinnige zorg, ontschotting, en het tegengaan van tekorten. En de eerste mantelzorgvriendelijke sector van Nederland te zijn. Wat dat betreft heeft de pandemie ook echt voor een verandering gezorgd. Opeens schoven medisch directeuren van onze leden aan bij populaire praatprogramma’s. Niet om zich te moeten verdedigen, maar vanuit interesse in wat wij te zeggen hebben. Vooral de introductie van onze maatschappelijke Code is een kantelpunt geweest in het denken over de dialoog met onze stakeholders.
Dat heeft heel wat voeten in de aarde gehad en we zijn er nog lang niet, maar we hebben daarmee wel de deur open gezet om het gesprek aan te gaan, ook over moeilijke onderwerpen.
Dat is een ‘point of no return’ waar alle leden zich unaniem aan hebben gecommitteerd. ‘Het is een essentiële stap in het krijgen van maatschappelijk vertrouwen’, aldus André Rouvoet.’
‘De lessen van de pandemie kennen nog een andere positieve kant. Enkele geïnterviewden geven in dit boek aan dat de pandemie een keerpunt kan zijn. ‘De enorme behoefte aan vaccins en informatie trok de schotten tussen overheid, bedrijven en wetenschap als het ware omver’, zegt Clémence Ross-van Dorp. Xander Koolman spreekt van ‘een kantelpunt in de relatie overheid, politiek en farmaceutische sector.’ De crisis werd een ongekend succes van publiek-private samenwerking om een antwoord op COVID-19 te vinden. De farmaceutische sector werd omarmd als onmisbare bondgenoot. Ik heb nog nooit zoveel eensgezindheid meegemaakt, tussen overheden, ziekenhuizen en bedrijven, maar ook binnen onze sector, om sneller de aanval in te zetten. Bedrijven gingen elkaar helpen met de productie. Eensgezindheid alom. We moeten toe naar inclusie en een holistische benadering, een huwelijk van publiek-privaat vertrouwen. Zorgpartijen kunnen het zich niet meer veroorloven om met de rug naar elkaar toe te staan. Wanneer we willen dat Nederland in de eredivisie van de beste gezondheidszorg meespeelt, is overheidsbeleid nodig dat zorgt voor een innovatief medicijnklimaat inclusief de bijbehorende euro’s. De nieuwe technologische medicijnrevolutie komt er en raakt alles: de cure, de care en de versterking van preventie in het zorgtraject. Wanneer we daarvan willen profiteren, zullen we over de schotten heen moeten kijken en moeten investeren.’
‘Het optimisme over vaccins dat over de hele wereld voelbaar is geeft aan hoeveel belang er wordt gehecht aan snelle en relevante innovaties. De ontwikkeling van de medische wetenschap zit in een stroomversnelling en er komen steeds meer behandelingen in beeld die mensen genezing en een hogere kwaliteit van leven kunnen bieden. Er zijn inmiddels nieuwe geneesmiddelen voor ernstige aandoeningen die vroeger onbehandelbaar waren en vaak van een onvermijdelijk doodvonnis vergezeld gingen. Neem de opmars van personalized medicines, waardoor maatwerk voor een kleine groep patiënten mogelijk wordt; immunotherapieën en gen- en celtherapieën met ongekende resultaten. We spreken over medicijnen die meer levensjaren, betere kwaliteit of zelfs genezing kunnen gaan bieden. Inmiddels lopen er zo’n duizend onderzoeken naar nieuwe behandelingen en alom wordt verwacht dat de komende jaren op vele fronten spectaculaire vooruitgang kan worden geboekt.
‘Het oplossen van complexiteit moet in de uitvoering zitten, niet in de analyse. En die analyse mis ik.’ Dat zegt Adam
Cohen in deze publicatie. Het lijkt in alle gesprekken de rode lijn te zijn: wie verandering wil, moet eerst stilstaan en beginnen met een grondige analyse. Daarvoor moeten we het eens worden wat we willen, en dan hoe we dat kunnen bereiken. We missen nu een langere termijn plan, de spreekwoordelijke stip op de horizon.
Het afgelopen pandemiejaar heeft laten zien dat een lange termijn beleid voor de gezondheidszorg hard nodig is. Of zoals Clemens-Ross van dorp ook zegt in deze uitgave; ‘Laten we loskomen van de waan van de dag. Deze sector vraagt om een lange termijn visie’. Er is de laatste jaren al ervaring opgedaan met dergelijke concepten.
‘Nederland heeft alles in huis om uit te groeien tot een echte ‘medicijnhub’ binnen Europa. De VIG presenteerde hiervoor in de zomer van 2020 een achtpuntenplan. We hebben de ambitie om van ons land het ‘Boston aan de Noordzee’ te maken. Ons land heeft een goed ontwikkeld en vitaal ecosysteem van biofarmaceutische bedrijven, kennisinstellingen, universiteiten en ziekenhuizen op een klein oppervlakte. We zijn letterlijk elkaars buren en dat is uniek binnen Europa.
Door in Nederland nog veel meer (bio)farmaceutische bedrijven aan te trekken stimuleer je economische groei, werkgelegenheid en innovatie in een relatief duurzame en CO2-arme industrie. ‘Wij hebben een sterke traditie in biotechnologie, zowel qua onderzoek als bedrijven. Als wij hierop inzetten, en het Boston van de Noordzee worden, weet ik zeker dat wij ook in de toekomst Nederlandse oplossingen kunnen bieden voor mondiale vraagstukken’, zegt ook Ingrid Thijssen.’
‘Transparantie is een kernwaarde van onze bedrijven’
‘Omdat het verouderde systeem niet meer past bij de uitdagingen van vandaag is het van belang dat er een deltaplan komt voor geneesmiddelen. Dat is nodig om Nederland optimaal te laten profiteren van verdere gezondheidswinst en de technologische mogelijkheden; maar ook voor de duurzame betaalbaarheid en voor het investeringsklimaat. Geïnspireerd door de gesprekken die ik voerde voor deze uitgave en de ervaring van afgelopen jaren zijn er een paar terugkerende bouwstenen voor een toekomstbestending geneesmiddelenbeleid.’
Dat is winst voor de patiënt. Goede oplossingsrichtingen zijn ook nieuwe financiering- of betalingsmodellen, zoals betalen voor uitkomsten. We weten dat geneesmiddelenbehandelingen er op termijn anders gaan uitzien. Ze raken alle ‘kokers’ in het zorgtraject. En daarmee ook de budgetten, en uiteindelijk de verdienmodellen van anderen. Wanneer we daarvan willen profiteren dan hoort aanpakken van verkokering hier ook bij. Met zorg die de patiënt volgt, in plaats van andersom.
‘Twintig jaar vooruit kijken gaat vooral over investeren in oplossingen voor de toekomst. Dilemma’s zullen blijven maar met het opgebouwde wederzijds vertrouwen is het nu voor de overheid, bedrijven en de wetenschappelijke gemeenschap hét moment om samen deze kansen te pakken.
Een nieuw ecosysteem bouwen, met de makers van geneesmiddelen aan tafel. Samen een visie ontwikkelen op geneesmiddelen voor 2040 met de gezondheids- en welzijnsambities voor Nederland. Boven het bureau van iedere bestuurder, beleidsmaker en opinieleider in Nederland zou een bordje met het adagium van Churchill kunnen hangen: ‘Never let a good crisis go to waste’.
Google+
Uw naam
Uw e-mail adres
Naam ontvanger
E-mail adres ontvanger
Uw bericht