‘Ik denk dat de coronapandemie een kantelpunt is in de relatie van politiek en overheid met de farmaceutische sector. Het zou een doorbraak kunnen zijn. Ik wil graag partijen oproepen om samen een analyse te maken van wat er het afgelopen jaar goed is gegaan in de samenwerking. De ongekend snelle ontwikkeling van de vaccins komt vooral door het succes van de publiek-private samenwerking.
Kijk bijvoorbeeld naar de redelijke prijzen van de vaccins, de inzet van wetenschap en farmaceutische bedrijven en de rol van de overheden, die risico’s wilden delen en bereid waren mee te bewegen om meer snelheid te maken. Ik werd daar wel warm van.
Dit is het moment om de rollen blijvend beter op elkaar af te stemmen, zodat we deze kennis ook bij de ontwikkeling van toekomstige vaccins en medicijnen kunnen gebruiken. Als we deze kans laten lopen doen we iets helemaal fout.’
Dr. Xander Koolman is sectiehoofd gezondheidseconomie bij de Vrije Universiteit.
Koolman is partner bij SIRM. Hij is opgeleid als algemeen econoom en gepromoveerd in gezondheidseconomie aan de Erasmus Universiteit.
Xander Koolman was tot januari 2020 lid van de raad van advies van de NZa.
‘Als we terugkijken naar de afgelopen jaren, zie je dat er veel barrières en vertragingen zijn opgeworpen in de samenwerking met de sector’
‘Het feit dat we twee VWS-ministers (VVD) hadden die zo hamerden op het ‘farma-dossier’, is bijzonder. Dat geeft ook wel aan hoe de publieke opinie rond de geneesmiddelensector in elkaar zit. Winst maken in de zorg is altijd verdacht, daarin is de sector echt niet speciaal. Maar daarbij is de goede kant – de bijdrage die de farmaceutische sector levert aan het welzijn van de maatschappij – zo op de achtergrond geraakt, dat een normale, redelijke relatie bijna niet meer mogelijk was of gegund werd.
Natuurlijk sta je op sommige punten tegenover elkaar, maar het lijkt alsof er meer weerstand is tegen een zakelijke oplossing dan er hoeft te zijn, vanwege de morele afkeuring van de sector. Soms heeft dat te maken met historie, omdat er niet altijd even netjes is gehandeld, maar dat zien we overigens aan beide zijden. We hebben gezamenlijk een zakelijke, winst-georiënteerde industrie opgetuigd, waar innovaties beschermd worden met patenten. Dat kan je onwenselijk vinden, maar een sector vervolgens veroordelen omdat deze zich zakelijk gedraagt, klopt niet.’
‘Als we terugkijken naar de afgelopen jaren, zie je dat er veel barrières en vertragingen zijn opgeworpen in de samenwerking met de sector. De focus ligt voornamelijk op het beperken van de zorgkosten. We zien een overheid die tegenduwt, bijvoorbeeld door patenten te omzeilen of neer te slaan, onderhandelingen te vertragen, toegang tot de markt te stagneren of scherpe prijzen te onderhandelen. Dit zijn de facto remmende maatregelen om nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen. Als de overheid besluit om patenten te omzeilen, dan is daarmee ook de prikkel voor het ontwikkelen van toekomstige geneesmiddelen weg.’
‘Er komt steeds meer druk op de middelen. We hebben beperkte budgetten in Nederland en steeds meer patiënten. De vraag is hoe en waaraan je iedere euro het beste besteedt. Ik denk dat als nieuwe technologieën, zoals gentherapieën, veel extra waarde toevoegen, we steeds meer van ons nationaal inkomen vrijmaken voor deze nieuwe behandelingen. Dan krijg je verdringing, maar dan in positieve zin. Ik zie dat als teken van vooruitgang. Verdringing betekent dat zorg van hogere waarde zorg van lagere waarde vervangt. Als dat gebeurt, sta ik te dansen op de tafel.’
‘Het gaat erom dat de overheid, en daarmee de samenleving, als stimulans bereid is te investeren in nieuwe medicijnen. Als we geld vrijmaken voor nieuwe geneesmiddelen – die vanwege patenten hogere prijzen kennen – dan geven we een signaal wat wij over hebben voor de ontwikkeling van de geneesmiddelen van toekomstige generaties.
Dat geld maken we ook samen vrij voor fundamenteel onderzoek. Maar daarvan is, of vindt men, de betaling veel rechtvaardiger. Ik probeer dat steeds naast elkaar te zetten. We hebben private partijen en overheidspartijen, en die krijgen allebei geld om nieuwe behandelingen te ontwikkelen.’
‘Weinig willen betalen voor innovatie is een vorm van free riding. Politici zitten er vaak maar een paar jaar. Het is politiek interessanter om te bezuinigen op zorg dan er meer geld voor vrij te maken. Daarnaast gaat het maar om een kleine markt, wereldwijd gezien 1% . Het is natuurlijk veel makkelijker om Amerikanen te laten betalen voor innovaties. Dat zie je vaker bij kleinere landen, we dragen ons gewicht onvoldoende. Vanuit solidariteit naar andere landen zouden we dat wel moeten doen. Het zou logisch zijn dat we hier substantieel meer betalen voor onze geneesmiddelen dan in Roemenië of in Portugal. Met de huidige koppeling van prijzen met een land als Portugal zie je dat de prijzen te laag worden en we te weinig betalen in Nederland. Uiteindelijk kan dat ertoe leiden dat een geneesmiddel niet meer beschikbaar is. En wachten ze in Portugal ook steeds langer op hun medicijnen.’
‘De toegang tot geneesmiddelen piept en kraakt Europabreed’
‘Ieder land is bezig met de eigen belangen. Deze houding leidt ertoe dat de toegang tot geneesmiddelen Europa-breed piept en kraakt. Dit is niet het systeem dat we willen, het past niet in de Europese gedachte. Patiënten in armere landen missen nu toegang tot essentiële geneesmiddelen. Dat kan echt beter.
Ik zie voor de komende zeven jaar de belofte van een Europees model voor me. Als we samen inkopen, krijgen meer Europeanen toegang tot effectieve medicijnen. Dat gaat gepaard met een grotere markt voor farmaceutische bedrijven en daarmee kan de prijs per eenheid naar beneden.
Dat is een win-win situatie voor iedereen.
De vaccinonderhandelingen zijn een mooie opmaat naar dit model. We kunnen van elkaar leren. Duitsland deed het oneindig veel beter dan andere landen. Waar lag dat dan aan? Er was meer kennis aan beide kanten van de onderhandelingstafel, wat leidt tot pragmatischer contracten. Daardoor hadden ze eerder toegang tot de vaccins.
Ik hoop dat we in Nederland mag wat meer van ons moral high horse afkomen, en op een meer economische manier naar samenwerking kunnen kijken. Elkaar met wederzijds begrip de hand kunnen schudden tijdens de onderhandelingen. Dat is gelukt tijdens het afgelopen coronajaar. Wereldwijd. En dat is toch wat we willen.’
‘Het gaat erom dat de overheid, en daarmee de samenleving, als stimulans bereid is te investeren in nieuwe medicijnen’’
Google+
Uw naam
Uw e-mail adres
Naam ontvanger
E-mail adres ontvanger
Uw bericht